CD&V-Kamerlid Nawal Farih uitte gisteren in de plenaire vergadering van de Kamer haar ongerustheid over het uitstellen van de niet-dringende zorg. In haar vraag, gericht aan premier De Croo en minster van Volksgezondheid Vandenbroucke, pleitte ze voor een evenwichtig beleid. “Als we een solidair gezondheidssysteem willen, moet dat een systeem zijn dat voor iedereen werkt”, aldus Farih.
Het aantal ziekenhuisopnames is op een week tijd met 27 procent toegenomen. Momenteel liggen ook meer dan 2.000 mensen in het ziekenhuis vanwege het coronavirus. 500 van hen liggen op intensieve zorgen. Deze verhoogde druk op het zorgpersoneel baart Farih dan ook zorgen. “Het is tijd om op creatieve wijze te leren leven met het virus”, vindt Farih.
Het Genkse Kamerlid haalde aan dat het niet acceptabel is dat er vorig jaar tot 50% minder kankerdiagnoses zijn gesteld. “Dat is geen reden tot een schouderklop. Dat betekent dat er duizenden mensen, inclusief jongeren, rondlopen met ziektes waarvan ze zich niet bewust zijn”, zegt het Kamerlid.
De bezorgdheid die Farih uit blijkt gegrond. Zo besliste de FOD Volksgezondheid afgelopen week om alle ziekenhuizen in een hogere staat van paraatheid te brengen. Fase 1B zoals dat dan heet. Dat wil zeggen dat de helft van de bedden op intensieve zorg wordt vrijgehouden voor covidpatiënten. Als gevolg hiervan zal ook niet-dringende zorg worden uitgesteld.
Farih suggereerde de premier ook een plan uit te werken om de niet-dringende zorg te combineren met de covid-zorg. Ook vroeg ze blijvend in te zetten op preventie, vooral wat de opsporing van kanker betreft.