Nederland voert vanaf 1 januari een totaalverbod in op verkoop en het bezit van lachgas, als antwoord op het stijgende verbruik. Cd&v-Kamerlid Nawal Farih pleit ervoor dat België dat voorbeeld volgt. In 2019 al voerde Farih in het Parlement mee een wetsvoorstel in dat een verbod invoerde op de verkoop aan minderjarigen van metalen slagroomcapsules met lachgas.
Populaire drug
Net zoals in Nederland stijgt ook bij ons het gebruik van lachgas als drug. Die opmars valt niet uit de lucht: lachgas is een zeer goedkope en moeilijk te detecteren drug, want ze laat geen sporen na in het bloed. Vaak is de enige aanwijzing op het gebruik de achtergebleven lege capsules. Dit maakte het een populair alternatief voor alcohol en andere drugs, en zorgt ervoor dat het verbruik moeilijk in cijfers te vatten is.
Gezondheidsrisico’s niet gering
Dat wil echter niet zeggen dat de gezondheidsrisico’s gering zijn. “Het inademen van distikstofmonoxide is zeer verslavend en kan blijvende hersenschade veroorzaken. Het is ook vaak de eerste stap naar verder en zwaarder druggebruik”, weet Farih.
Naast verslavings- en gezondheidsrisico’s maakt lachgas ook vele slachtoffers in het verkeer. In Nederland telde met de voorbije jaren 63 dodelijke verkeersongelukken en 362 met gewonden waarbij lachgas aan de oorzaak lag. Verkeersinstituut VIAS steunt dan ook de vraag voor een totaalverbod.
Moeilijk verbod
Een verbod lag lange tijd niet voor de hand, omdat distikstofmonoxide een Europees erkend voedingsadditief is. Federaal minister van Gezondheid Frank Vandenbroucke startte vorig jaar een denkgroep op die binnen twee jaar met een evaluatie zou komen over het de wetgeving rond lachgas.
Farih: “Wij willen niet nog twee jaar wachten en ondertussen spelen met de gezondheid van onze jongeren. Mondjesmaat beleid volstaat niet. De cijfers stijgen ook bij ons, in de toekomst mogelijk nog sneller door het Nederlandse verbod. Wat bij onze buren kan, moet bij ons ook lukken. Het Europese excuus geldt dus niet meer.”
Als volgende stap zou een particulier verbod, zonder de groothandel te verbieden, mogelijk zijn, suggereert Farih aan minister Vandenbroucke.