Kwetsbare kinderen met autisme aan hun lot overgelaten door uitblijven van terugbetalingen
Cd&v-Kamerlid Nawal Farih pikt het niet dat kinderen met autisme omwille van een laag IQ of een taalontwikkelingstoornissen geen terugbetaling krijgen voor een één-op-één sessie bij de logopedist. “Minister Vandenbroucke talmt met de uitvoering van een wet uit 2019 die deze onrechtvaardigheid recht trekt.”
Voor kinderen met autisme met een IQ lager dan 86 of met een taalontwikkelingsstoornis is sinds 1996 geen terugbetaling meer voorzien voor één-op-één sessies bij de logopedist. “Dat is schrijnend”, zegt Farih. “Het kan niet zijn dat ouders al bijna 30 jaar in de steek worden gelaten wegens verouderde wetgeving.”
Die terugbetaling is er wel nog voor de multidisciplinaire raadplegingen, “maar daar kampen ze met lange wachtlijsten”, duidt Farih. “We kunnen de kinderen op die wachtlijsten niet in de steek laten.”
Nochtans werd in 2019 een wetsvoorstel gestemd om de regels terug aan te passen, maar daarvoor is eerst een KCE-studie nodig. “Die studie is na vijf jaar nog niet eens opgestart. Ik dring er al enige tijd op aan dat de minister in overleg gaat met de overeenkomstencommissie van logopedisten en ziekenfondsen.”
“De alarmsignalen zijn luid en duidelijk. Mijn geduld is samen met heel wat gezinnen op. Dat we in een gezondheidssysteem zitten waarbij kinderen met een lager IQ uitgesloten worden voor terugbetaling is voor cd&v onaanvaardbaar. Dat geldt trouwens ook voor het merendeel van dit huis, want 124 Kamerleden keurden de wet uit 2019 goed. De minister voert het gewoon niet uit.”
De overeenkomstencommissie verklaarde zich bereid in een werkgroep te bekijken hoe kinderen met autisme voor hun logopedische stoornis behandeld kunnen worden en wat daarvan de budgettaire impact zou zijn. Minister Vandenbroucke wil op dat proces echter geen concrete timing plakken.
“Elk kind moet dezelfde kansen krijgen. Het is onbegrijpelijk dat deze kinderen met hun hoge zorgnood uit de boot vallen. De taalontwikkeling van een kind is allesbepalend voor de levenskwaliteit op latere leeftijd”, besluit Farih.