Kamerlid Nawal Farih diende op 16 januari 2025 samen met enkele andere CD&V-kamerleden een wetsvoorstel in tot wijziging van de WUG 'met het oog op het invoeren van een statuut voor de verpleegkundige in opleiding (VIO-statuut)'.
Volgens het wetsvoorstel wordt in artikel 45 van de WUG volgende bepaling toegevoegd: "De Koning bepaalt de nadere regels met betrekking tot het statuut van de verpleegkundige in opleiding verantwoordelijk voor de algemene zorg in de vierde fase van de opleiding."
Structurele onkostenvergoeding
Bij gebrek aan een structurele oplossing heeft de Vlaamse overheid de voorbije jaren telkens moeten voorzien in een eenmalige onkostenvergoeding van 1.000 euro per verpleegkundige in opleiding. Elk jaar weer leven de studenten in onzekerheid of ze een onkostenvergoeding zullen ontvangen en dus is men de facto afhankelijk van de goodwill van de Vlaamse regering.
Met dit wetsvoorstel willen de indieners werk maken van een structurele onkostenvergoeding door het VIO-statuut in te schrijven in de WUG. De koning wordt gemachtigd om een statuut, en de bijhorende structurele onkostenvergoeding, uit te werken (in samenspraak met de Gemeenschappen).
Er moet echter over worden gewaakt dat er aan het huidige statuut van de student niet wordt geraakt. De student moet te allen tijde een student-stagiair blijven en mag geen werknemer-stagiair worden. De vraag is dus zeker niet om de student een loon toe te kennen. Wel moeten de onkosten van de student worden vergoed.
Die vergoeding kan bestaan uit een compensatie voor de gemaakte kosten die voortvloeien uit de contractstage (bijvoorbeeld de verplaatsingskosten, parking en maaltijden). Een andere mogelijkheid kan bijvoorbeeld bestaan uit een forfaitair bedrag dat de student krijgt om de kosten te vergoeden.
Opleiding aantrekkelijker maken
De indieners zijn ervan overtuigd dat het inschrijven in de WUG van een VIO-statuut voor de student in het vierde jaar van de bacheloropleiding verpleegkunde, de opleiding aantrekkelijker zal maken en studenten zal helpen om de opleiding af te werken. Via dit statuut kan namelijk eindelijk werk worden gemaakt van een structurele onkostenvergoeding.
Daarnaast kan bijvoorbeeld bekeken worden in hoeverre dit stagejaar kan meetellen voor de berekening van de anciënniteit van de afgestudeerde verpleegkundige bij de aanvang van de loopbaan.
Door deze studenten blijvend te motiveren voor de opleiding van verpleegkunde en extra studenten aan te trekken, willen de indieners het verplegend beroep zelf aantrekkelijker en haalbaarder maken voor alle verpleegkundigen.